Inleiding


[Home] [Ondersteunende Communicatie]

Communiceren is voor veel mensen iets waarbij niet stil gestaan behoeft te worden. Het is iets dat vrijwel automatisch plaatsvindt als er behoefte aan informatie overdracht is. De bewegingen die bij het communiceren moeten worden uitgevoerd geschieden schijnbaar automatisch zodat het communiceren niet als een zware belasting wordt ervaren. De belasting is zo laag dat het meestal mogelijk is om een groot deel van de dag door te brengen met communiceren.

Voor het communiceren wordt gebruik gemaakt van een taal. Taal is een code waarvan gesprekspartners zich bedienen om hun communicatie gestalte en inhoud te geven. Deze code zal in de meeste gevallen bestaan uit klankcombinaties (spraak) of tekens (teksten). Het is niet vanzelfsprekend om er vanuit te gaan dat hier met spraak, uitsluitend gesproken Nederlands en met teksten, uitsluitend geschreven Nederlands bedoeld wordt. Het is voor iedereen vrij om zelf een code te bedenken waarmee men het beste kan communiceren. De wijze waarop de code overgedragen wordt (spraak, tekst) wordt een communicatievorm genoemd.

Naast de taal (code) zijn er signalen die men gebruikt om te communiceren. Signalen zijn communicatievormen die alleen bestaan uit de meest elementaire boodschappen, zoals lichaamstaal en kijkgedrag. Toch vervullen deze elementaire boodschappen een belangrijke functie tijdens de communicatie. Oogkontakt en diep ademhalen zijn bijvoorbeeld signalen die een gesprek kunnen initiëren. Tijdens de communicatie kan een spreker uit signalen afleiden of de boodschap overgekomen is of niet. Indien dit niet het geval is kan de spreker de taal herzien of aanvullen.

Communicatievormen en signalen zijn de bouwstenen van een communicatiesysteem. Indien in een communicatiesysteem geen communicatievormen of signalen uitgesloten worden dan spreekt men van Totale Communicatie. In de meeste gevallen bevat een communicatiesysteem slechts een aantal Communicatievormen en signalen. Welke dit zijn wordt bepaald door de gebruikers van het communicatiesysteem.

Door een stoornis is het mogelijk dat één of meer communicatievormen van het communicatiesysteem beperkt worden. Een beperking van de mogelijke communicatievormen kan het sociaal- maatschappelijk leven van een persoon belemmeren waardoor de beperking als een handicap ervaren worden. Om de handicap te verminderen is het mogelijk om ondersteunende communicatiehulpmiddelen, die de aanwezige communicatieve vaardigheden van de gebruiker ondersteunen, op te nemen in het communicatiesysteem.


[Top] [De computer als communicatiehulpmiddel]