De snelheidswinst die behaald kan worden door de invoer te laten bewerken door de computer is afhankelijk van het niveau van de primaire gebruiker. Naarmate de typesnelheid van de primaire gebruiker groter is zal interventie van de computer steeds meer tot irritatie leiden. Maar bij een langzame typesnelheid is een meedenkende computer misschien een handige aanvulling.
Als de primaire gebruiker tekens invoert dan kunnen deze direct door de computer verwerkt worden. Na ieder teken kan de computer bepalen wat het meest waarschijnlijke woord is dat de gebruiker aan het invoeren is. De computer kan dit woord dan vervolgens meteen invoeren waarna de gebruiker de mogelijkheid heeft om het woord goed te keuren of te verwerpen. Dit soort systemen zijn misschien handig bij lage typesnelheden maar bij hogere typesnelheden verstoren ze de automatische waarneming-handeling-terugkoppeling loop die de primaire gebruiker maakt. Hierdoor neemt de belasting van de gebruiker toe en zullen er eerder vermoeidheidsverschijnselen optreden.
Een andere techniek die gebruikt kan worden is compansion. Het komt vaak voor dat gebruikers met een lage typesnelheid slechts drie woorden intypen om duidelijk te maken wat ze willen. Uit deze drie woorden is voor een secundaire gebruiker dan snel duidelijk wat er bedoeld wordt. Bijvoorbeeld `ik thee suiker' kan snel vertaald worden in `ik wil graag thee met suiker'. Met compansion wat een samenvoeging is van compression en expansion wordt getracht dit soort bewerkingen door de computer uit te laten voeren. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden bij het compansion project.